Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 7.66 Bevoegdheid college van beroep voor het hoger onderwijs
1
Het college van beroep voor het hoger onderwijs oordeelt bij uitsluiting, voorzover niet op grond van artikel 7.61, eerste lid, beroep openstaat op een college van beroep voor de examens, dan wel niet op grond van artikel 7.68 beroep openstaat op een college van beroep voor het bijzonder onderwijs, over het beroep dat door een betrokkene is ingesteld tegen:
a
beslissingen genomen op grond van het bepaalde bij of krachtens titel 2 van dit hoofdstuk met het oog op inschrijving,
b
beslissingen van het instellingsbestuur, genomen op grond van het bepaalde bij of krachtens titel 3 van dit hoofdstuk, en
c
beslissingen van het instellingsbestuur, genomen op grond van artikel 17.10.
2
Hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de artikelen 8:1, eerste en tweede lid, en 8:13.
3
Het college van beroep stelt ten behoeve van zijn werkzaamheden een reglement van orde vast waarin in elk geval de splitsing in kamers en de verdeling van werkzaamheden voor de verschillende kamers worden geregeld alsmede de wijze waarop de voorzitter wordt vervangen.
4
Tegen uitspraken van het college van beroep staat generlei beroep open.
5
De besturen van de instellingen verstrekken aan het college van beroep de gegevens die dit college voor de uitvoering van zijn taak nodig oordeelt.
6
Op het beroep op het college van beroep tegen een beslissing van een bijzondere instelling zijn de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.